Skip to main content

Ik koester mijn tranen


Humanistisch Overleg Mensenrechten
hom nieuwsbrief, hom varia, nummer 1, april 2001 -Jaargang 20
Auteur: Martha Meijer

- Bhutan -
Ik koester mijn tranen : Interview met een Bhutaanse vluchtelingen vrouw.

Inleiding
Bhutan is een feodale monarchie en ligt ingeklemd tussen India en China in de Himalaya. De ruim 500.000 inwoners zijn van diverse etnische oorsprong, maar de Drukpa vormen de heersende elite. Sinds het eind van de jaren tachtig bestaat er een etnisch classificatiesysteem dat aangeeft in hoeverre iemand echt Bhutanees is. Zo staat F1 voor zuiver Bhutanees, en betekent F7: van totaal niet-Bhutanese oorsprong. Voor de mensen in deze laatste groep betekent deze classificatie: ontzegging van het Bhutanees staatsburgerschap en een verbod op verblijf in Bhutan. In 1990 begon het leger met zuiveringsacties waardoor meer dan honderdduizend vluchtelingen van Nepalese afkomst (Lhotshampa's) zijn gevlucht en nu in vluchtelingenkampen in Nepal verblijven.

In Bhutan zijn de taal en cultuur van de heersende Drukpa in alle aspecten van het openbare leven maatgevend tot in de kledingvoorschriften toe. Er zijn geen politieke partijen en ook nauwelijks maatschappelijke organisaties. Het land kent geen geschreven Grondwet. Volgens Amnesty International is de rechtspraak niet onafhankelijk. Naast de burgerschapswetten is er een National Security Act, die veel activiteiten strafbaar stelt als zijnde landverraad. Het land voert een op duurzaamheid gericht ontwikkelingsbeleid en laat ecologische argumenten zwaar wegen. Nederland heeft een speciale vorm van ontwikkelingssamenwerking met Bhutan, in de vorm van een Duurzaam Ontwikkelings Verdrag.

Chandra Kumari Gautam (25), echtenoot van Nanda Guatam, is een etnisch Nepalese uit Bhutan. In 1990 werd ze vervolgd in Bhutan, daarna verbleef ze vier jaar in een vluchtelingenkamp in Nepal. Vervolgens leefde ze nog enkele jaren als illegaal in Bhutan. Dit jaar kwam ze met haar dochtertje aan in Nederland, waar ze herenigd kon worden met haar man. Martha Meijer zocht haar op in haar nieuwe woonplaats Boxtel.

Ze groeide op in een dorp in het tropische Zuiden van Bhutan. Met acht broers en vier zusters had ze een redelijk onbezorgde jeugd. Geen stromend water of elektriciteit, maar wel de traditionele warmte van de gemeenschap en de nabijheid van de natuur. De nationaliteitswetten die eind jaren tachtig van kracht werden in Bhutan betekenden een kentering in haar leven. Alle Lhotshampa's (etnische Nepalezen) werden ingedeeld in de laagste categorieën van het etnische classificatiesysteem. Hen werd 'aangeraden' te vertrekken. Velen werden gevangen gezet en gemarteld.

Vogelvrij
Chandra was veertien toen in 1990 de zuiveringsacties begonnen. Chandra: 'Ikzelf liep risico omdat ik had willen deelnemen aan een demonstratie die gericht was tegen de sluiting van scholen en de discriminatie van de Nepalezen. Maar onze groep werd door het leger tegengehouden en teruggestuurd. Onze hele familie vluchtte uiteindelijk het oerwoud in. Na een maand in de jungle vond mijn moeder het voor haarzelf en haar dochters te gevaarlijk worden en vertrokken we naar Thimphu, de hoofdstad in het noordwesten van Bhutan' .
'In Thimphu waren we vogelvrij. We hadden geen identiteitspapieren en geen 'No Objection Certificate' (NOC) dat je nodig hebt om legaal te werken, te reizen of onderwijs te krijgen. We woonden er als illegalen en deden zwaar werk om in leven te blijven. Na een paar maanden ontmoette ik mijn huidige echtgenoot. Hij wist een duplicaat-NOC te regelen zodat ik weer naar school kon. Ik was toen zestien jaar oud.'

De jaren daarna werden getekend door de discriminatie en bestaansonzekerheid. Haar man, Nandalal Gautam, had een F1 identiteitsbewijs: zijn van oorsprong Nepalese familie woonde tenslotte al vijf generaties in Bhutan. Chandra: 'Hij werkte bij de Bhutanese radio als de enige Nepalees-sprekende. Die hadden ze nodig om hun zeldzame Nepalese uitzendingen te verzorgen. Hij trachtte de taal levend te houden en rapporteerde over sociale onrust, maar viel juist daardoor op als een ongewenste dissident. Toen werd zijn vader opgepakt en vanuit de gevangenis, na uitgebreide marteling, verbannen naar Nepal. Als gevolg daarvan werd zijn eigen F1 vervallen verklaard en was hij een F7 geworden en dus stateloos en rechteloos.'

Een onbestaanbaar kind
Chandra volgde een opleiding tot onderwijzeres in Paro, op 60 kilometer afstand van Thimphu. Ze waren alleen in het weekend samen. Door hun huwelijk werd ook Chandra in feite een mens zonder nationaliteit. Toen in 1997 hun dochter werd geboren, ondervonden ze het toppunt van discriminatie: hun kind mocht niet geregistreerd worden. Chandra: 'Gautam wist alleen de dokter die de bevalling had uitgevoerd, zover te krijgen een briefje te schrijven waarin stond dat onze dochter geboren was. Net als in zijn werk voor de radio had Gautam zich bij deze zaken ook niet zomaar neergelegd. Hij was in beroep gegaan tegen het verlies van zijn staatsburgerschap, hij was op audiëntie geweest bij de koning, en trachtte voor zijn dochter een identiteitsbewijs te krijgen. Maar hoe meer hij zich inzette voor rechtvaardigheid, des te gevaarlijker werd het. In 1998 'kreeg hij de gelegenheid' naar het buitenland te gaan, zogenaamd voor een opleiding. Hij moest nog dezelfde week vertrekken.'

Niet welkom meer
'Voor mij kwam daarna de grootste schok van de onderdrukking. Toen ik merkte dat ik geen geld meer op kon nemen van onze rekening ging ik naar Thimphu om inlichtingen in te winnen over mijn man. Bij de bank vertelden ze me dat er beslag was gelegd op onze rekening omdat mijn man als 'anti-national' was vertrokken. Dat betekende dat hij ook nooit meer terug zou kunnen komen. Toen ik die avond bij vriendinnen aanklopte voor onderdak, bleek niemand mij binnen te willen laten. Ik kon het niet geloven: ik stond met een klein kind op de stoep en kon bij geen van de mensen terecht die mij dierbaar waren. Ze waren te bang om met mij geassocieerd te worden. Met mijn baby ben ik toen vertrokken. Op de grens van India en Nepal was een soort opvangcentrum en van daaruit ben ik doorgestuurd naar het Timai kamp in Jhapa.'

Geen opvang voor verdriet
'Timai is een van de acht vluchtelingenkampen voor Bhutanezen in Nepal. De situatie in dit kamp was erbarmelijk. Er was geen schoon drinkwater, geen medische zorg en geen verbinding met de buitenwereld. Er heersten allerlei ziektes zoals malaria, tyfus en cholera. Het eten was ronduit slecht van kwaliteit. Het kamp valt onder de verantwoordelijkheid van UNHCR, maar de dagelijkse leiding is in handen van de Nepalezen. Veel van de VN-fondsen raakten zogenaamd zoek, dus het eten en de medicijnen waren echt minimaal.
In het kamp was geen opvang voor ons verdriet. Veel vrouwen waren verkracht en sommigen hadden daar zelfs een kind aan overgehouden. Hoewel de Bhutanese traditie bepaalt dat vrouwen nauwelijks naar buiten treden, probeerden wij elkaar wel te steunen. We praatten onderling terwijl we de was deden. We hebben veel gehuild samen.'

Haar man Nandalal Gautam was ondertussen in Nederland aangekomen waar hij in 1998 een verzoek tot asiel indiende. In januari 2000 werd hij erkend als vluchteling. Dit was vrij uniek omdat de Nederlandse regering daarmee erkende dat in Bhutan de vervolging en discriminatie van Lhotshampa's zodanig is dat een erkenning als vluchteling terecht is. Terwijl Nederland tegelijkertijd nauw samenwerkt met Bhutan in het kader van het Duurzame Ontwikkelingsverdrag. Zijn vluchtelingenstatus gaf Gautam het recht op gezinshereniging. Maar het duurde nog ruim een jaar totdat Chandra naar Nederland kon komen.

Vernedering
Chandra: 'Ik moest naar Kathmandu, de hoofdstad van Nepal, om mijn DNA en dat van mijn dochter te laten afnemen en onderzoeken, voordat ze wilden geloven dat hij mijn man was. We hadden wel een officieel huwelijksbewijs, en het briefje van de dokter dat moest dienen als de geboorteregistratie van ons kind, maar die papieren werden niet erkend. Tegelijk moest mijn man zijn DNA in Nederland laten onderzoeken. Het heeft ons veel geld, maar vooral ook veel kostbare tijd gekost. Maar het ergste was eigenlijk nog de vernedering: dat je door je speeksel moet aantonen dat je bij elkaar hoort.'
Toekomst
Over de toekomst: 'Ik koester mijn tranen. De ervaring van discriminatie, van de andere vluchtelingen in het kamp, het verdriet dat we hadden en nog steeds hebben, dat geeft me de moed om hier verder te gaan. Daar moet ik aan blijven denken. Voor hen daar, voor ons hier en voor ons kind.'
Het meisje Luxmidip, een smal gebouwde peuter, loopt tijdens het gesprek heen en weer tussen de twee kleine kamertjes op het bovenhuisje dat ze bewonen. Niet echt verlegen, maar wel wat teruggetrokken; niet gewend om alsmaar binnenshuis te zijn, en nog niet gewend aan die meneer die zegt haar vader te zijn. 'Ze twijfelt nog of ik wel haar vader ben' zegt Gautam ongemakkelijk. Voor haar heeft de DNA-uitslag geen betekenis. Ze heeft tijd nodig om haar verdwenen vader opnieuw te vinden, zoals ook de relatie tussen de ouders tijd nodig heeft.

Verzet als misdaadGautam besluit: 'Natuurlijk willen we liever terug, maar dat is onmogelijk zolang er geen democratisch bestuur is. De koning mag best blijven, maar de mensen moeten meer invloed krijgen. Nu zijn de regeringen van Nepal en die van Bhutan aan het onderhandelen over de terugkeer van de vluchtelingen naar Bhutan. De vluchtelingen worden in categorieën ingedeeld en vervolgens wordt bepaald of ze hun staatsburgerschap terugkrijgen. Maar wie zich schuldig heeft gemaakt aan misdaad, blijft stateloos. En wat is een misdaad? Je verzetten tegen de burgerschapswetten is al een misdaad. Zo is de cirkel weer rond.'

Martha Meijer
terug naar inhoudsoverzicht nieuwsbrieven 2001 http://www.hom.nl/index2.html
©HOM 2001

Comments

Popular posts from this blog

Golden yoke and silken knot against Bhutan's democracy

13 July 2013 General election day. The early 16 th century’s two fold law codes of Shabdung; spiritual and temporal, that the former as a silken knot gradually becoming tighter and tighter, and the later as a golden yoke that is growing heavier and heavier, is bearing its obvious results in Bhutan’s constitutional democracy today, being it incorporated in the constitution. Despite the first five year democratic government machinery under the leadership of one of the most experienced aristocrat, the Prime Minister Jigme Yoeser Thinley, (April 2008 to May 2013) the true aspirations of the people fell unrecognised and continuously oppressed. Whether Naglong, Sarchop, Kheng or Lhotshamp; being a Bhutanese by birth and legal assimilation have the sanctimonious dignity based on the identity of the state and their own nomenclature as ‘Bhutanese’.  To keep this dignity upheld by the state is their true aspiration whatever the form of the government may be. For this, they all aspire to

Angkor: The India’s great influence of the past in Cambodia

This is research report,  used to produce a documentary film by OHM en Rob Hof. The documentary was broadcasted on 12/12/2007 on Nederland1 TV Channel. Scroll down to see in English>> Dit is een van mijn literatuuronderzoek rapport voor  een documentairfilm.  Aan de hand van dit rapport over invloed van India in ASEAN heeft OHM en RobHof Film een documentair gemaakt. Het was uitdezonden op Nederlands 2 op 12 december 2007 zie die film:  India buiten India Angkor:    India buiten India Samenvatting van de repport. De tempels van Angkor zijn in circa negen honderd jaar geleden opgebouwd  door verscheidene Khmervorsten. Daardoor verschillen ze duidelijk in bouwstijl en zijn er zowel hindoeïstische als boeddhistische tempels te zien. Het was al jaren in de bos geheim gebleven.  In de loop van de jaren zijn er veel boeken verschenen over de tempel Angkor. Zo zijn er schrijvers geweest die beweren dat het een Boeddhistische tempel is. Anderen daarentegen

Buddhist leader of Tibet, Dalai Lama coming closer to Krishna consciousness

23-3-17.   It is a great step forward to animal welfare and world peace at large that h ighly esteemed Buddhist head of abbot, the Dalai Lama of Tibet is coming closer to  Krishna consciousness . Dalai Lama with Indradymna Maharaj in Vrindavan His Holiness Dalai Lama presiding over the Tibetan government in exile in India visiting Vrindavan yesterday may not be a new anecdote but his hankering for the association of the pure devotees of the Supreme Personality of Godhead Krishna and offer obeisance is remarkably a spiritual advancement that would go further from the Buddhist understanding of salvation as ‘ending up in zero or emptiness,  sunyata’  to the attainment of servitorship of the Lord Krishna personally, which is indeed more valuably pursued than the pursuit of the liberation,  mukti . According to the Vedic view point Buddhism is not a religion, in the sense that the Vedas guides its staunch followers attain its Supreme profounder, the God Krishna. But the Bud